Stress & burn-out
Een burn-out is het resultaat van een wisselwerking tussen de eisen van het werk en de persoonlijkheid van de werknemer. Een burn-out wordt vaak gezien bij helpende en ondersteunende beroepen (verpleegkundigen, politie-agenten, onderwijzers, enz). De werknemer heeft het gevoel bekneld te zitten tussen de organisatorische moeilijkheden van hun werk en hun bezorgdheid om hun werk zo goed en menselijk mogelijk uit te voeren.
Mensen met een burn-out zijn zeker geen 'doetjes'. Vaak heeft een burn-out integendeel te maken met ambitie en doorzettingsvermogen. Iemand met een burn-out stelt vooral te hoge eisen aan zichzelf. Een burn-out ontwikkeld zich niet van vandaag op morgen. Het is het resultaat van een langdurige opeenstapeling van stressfactoren en frustraties. Gemiddeld duurt dit twee jaar.
Hoewel de klachten zich stukje bij beetje opstapelen ervaren mensen vaak dat ze van het ene op het andere moment door hun reserves heen zijn. De verschijnselen van een burn-out overlappen vaak die van een depressie. Burn-out is eigenlijk ook een depressieve reactie op de werksituatie. Het verschil met een depressie is echter dat een burn-out altijd werkgerelateerd is.
Stress
Aan de basis van een burn-out vinden we dus stress. Wat doet stress nu met ons lichaam? Door stress en spanningen wordt ons lichaam in een bepaalde mate van paraatheid gebracht en kan het op een positieve manier reageren. Denk maar aan het beter presteren bij het halen van een deadline. Het houdt ons scherp om in bepaalde omstandigheden geconcentreerd en alert te kunnen reageren. Stress is een verdedigingsmechanisme van het lichaam, in feite om erger te voorkomen.
Het wordt gevaarlijk wanneer het lange tijd wordt aangehouden. Het lichaam zal zich steeds verder uitputten en heeft niet meer de tijd om te herstellen. Dit kan leiden tot aanhoudende lichamelijke klachten zoals: vermoeidheid of slapeloosheid, spijsverteringsstoornissen, hartklachten, hoge bloeddruk, een te hoog cholesterol, verminderde weerstand en spier- en gewrichtsklachten.
Behandeling
Een totaal onderzoek moet bepalen waar de primaire overbelasting is ontstaan. Bijvoorbeeld een uitputting van de bijnieren (adrenalineproductie). Daarnaast moet worden vastgesteld tot welke lichamelijke gevolgen dit reeds heeft geleid. Vaak wordt craniaal (de schedel) in combinatie met de bijnieren behandeld. Om zo het lichaam terug te “tunen” naar een herstelperiode gedurende de nacht en een evenwichtige belasting gedurende de dag. Vaak is het lichaam hiertoe zelf niet meer in staat waardoor het zichzelf zou blijven uitputten (zonder hulp).
Daarnaast is het van het grootste belang dat u zelf de oorzaak van uw probleem gaat aanpakken, om herhaling van de klachten te voorkomen.